HOU JE DE TOERIST NIET MEER THUIS?

“Toerist hou je niet meer thuis”, schreef Nell Westerlaken in haar Forumbijdrage van 15 januari 1999 over de effecten van het toerisme op natuur en cultuurmonumenten. Het doet me denken aan uitspraken als “Automobilist krijg je niet uit de auto” en “Zinloos geweld is niet te stoppen”. Wat ten grondslag ligt aan dit soort uitspraken is de opvatting dat maatschappelijke tendensen eigenlijk natuurverschijnselen zijn, autonome ontwikkelingen waar we geen enkele greep op hebben. En berustend in het onvermijdelijke kunnen we alleen nog maar proberen de ergste nadelige gevolgen te beperken.
  Twintig jaar geleden werd door velen op dezelfde manier gedacht over de bouw van kerncentrales en de voortdurende bewapeningswedloop. Maar een combinatie van maatschappelijk verzet en politieke ontwikkelingen heeft deze tendensen volledig omgebogen. Menselijk gedrag en maatschappelijke ontwikkelingen zijn beïnvloedbaar en dat gaat dus ook op voor de omvang van het toerisme.
  Want waarom is het zinloos om in discussie te gaan over terugdringing van het toerisme? Nell Westerlaken: “Als we met z’n allen de zomer doorbrengen op de Hoge Veluwe komen ze daar evengoed in de problemen.” Nu gaan wij vooral naar het buitenland en het buitenland komt hierheen. Als we onze vakantiebestemmingen dichter bij huis zoeken neemt de druk op natuur en cultuur per saldo niet toe, maar het scheelt wel een hele hoop gereis. Bovendien: aan bepaalde gebieden als de Spaanse costa’s en de Algarve valt weinig meer te verpesten en ze zijn daarom uitstekend geschikt als vakantiebestemming. Maar er is geen enkele reden om strandvakanties te gaan verplaatsen naar landen als Sri Lanka en Thailand.
  Volgens Nell Westerlaken blijven mensen ook niet thuis zitten met het oog op de wereldwijde monumentenzorg. Inderdaad, want het gaat de toerist om de persoonlijke, unieke ervaring, desnoods ten koste van alles. Als het aan de toerist ligt zou hij nog altijd de toren van Pisa beklimmen, totdat het bouwwerk met toeristen en al om zou vallen. De verantwoordelijkheid moet daarom genomen worden door overheden, die verder horen te kijken dan de drang naar persoonlijke indrukken. Toerisme levert landen veel geld op, maar hoeveel geld hebben zij over voor de vernietiging van hun natuur en cultuur?
  Het is mooi om te spreken over een “combinatie van duurzame exploitatie en verantwoord toerisme”, maar hoe realiseer je dat als je de omvang van het toerisme niet wilt beperken? Monumenten namaken kan in een enkel geval als Lascaux werken, maar we kunnen onmogelijk alle bezienswaardigheden gaan dupliceren. De toerist zoekt ook juist het authentieke en zal geen genoegen nemen met een Taj Mahal van kunststof en beton.
  De andere optie van regulering en beperking van de bezoekersaantallen impliceert gewoon een indammen van het toerisme. Want als dagelijks slechts 100 mensen tot de Taj Mahal worden toegelaten heeft het geen zin dat 1000 mensen naar Agra reizen. Wanneer alle natuurparken en cultuurmonumenten beperkingen gaan stellen zal het overschot aan toeristen niet meer kunnen doen dan in het hotel hangen en door de straten slenteren, en daar zijn ze niet voor gekomen. Wanneer we natuur en cultuur willen behouden dan valt aan het indammen van de toeristengolf niet te ontkomen.

Hoe kan zoiets gerealiseerd worden? Allereerst door financiële maatregelen. Menselijk gedrag kan door financiële prikkels behoorlijk bijgestuurd worden. De vliegprijzen zijn nu zo belachelijk laag dat verre bestemmingen voor vrijwel iedereen haalbaar zijn. Die prijzen zouden twee à drie keer zo hoog moeten worden om een werkelijke barrière te vormen. Dan gaan alleen nog de mensen op reis die het er echt voor over hebben.
  In samenhang hiermee is een mentaliteitsverandering nodig. Het maken van verre reizen dient niet langer als “normaal” beschouwd te worden maar als iets heel uitzonderlijks, wat het in feite ook is. En uitzonderlijke dingen doe je niet twee keer per jaar. Tenslotte zouden landen, als uiterste maatregel, toeristenquota kunnen instellen om een balans te vinden tussen hun behoefte aan buitenlandse deviezen en het behoud van hun natuur en cultuur.
  Voor alle duidelijkheid: deze maatregelen betekenen niet het einde van het reizen en zijn al helemaal niet bedoeld om mensen hun welverdiende vakantie te ontnemen. Wie wil relaxen kan op talloze plaatsen dichter bij huis terecht en in Europa raak je niet uitgewandeld en uitgekampeerd. Wanneer voor het vervoer naar de reisbestemming ook nog eens gebruik gemaakt wordt van bus of trein dan zijn de meeste negatieve effecten van het moderne reizen opgeheven. En voor degene die al zijn hele leven droomt over een bezoek aan Paaseiland zal het kapitaal dat daarvoor nodig is geen belemmering vormen. Terugdringing van het toerisme is niet alleen mogelijk, maar ook noodzakelijk als we willen voorkomen dat de hele wereld één grote Costa Brava wordt.


(Dit stuk werd begin 1999 naar de Volkskrant gezonden maar niet geplaatst)