Tien leugens van globalisten.


1. Er is één, kleine wereld.
De wereld is alleen maar schijnbaar klein omdat mensen vooral met het vliegtuig reizen en via internet en telefonie internationaal communiceren. Maar wie over land reis merkt hoe groot de wereld is en hoe gigantisch de afstanden zijn. Voor een wereldreis is al gauw een half jaar nodig en dan reis je nog in een vrij hoog tempo. Een continent doorkruisen vraagt minimaal twee tot drie maanden, met hetzelfde tempo en zonder grote tegenslagen.
Er is ook niet één wereld, er zijn meerdere werelden die fundamenteel van elkaar verschillen. Elke westerling die in India, het binnenland van China of Zwart Afrika aankomt zal dat ervaren. En omgekeerd ervaren mensen uit die culturen dat wanneer ze naar het Westen komen. Het fenomeen van de cultuurshock laat zien dat de wereld cultureel niet uniform is.
2. Alle mensen zijn in wezen hetzelfde en willen hetzelfde.
Alle mensen op de wereld zouden alleen uiterlijk verschillend zijn (huidskleur, lichaamsbouw) maar geestelijk identiek. En iedereen wil de vrije markteconomie, democratie en mensenrechten. Dit is helemaal vanuit het Westen gedacht. Wie in andere wereldculturen reist merkt echter dat mensen juist heel verschillend zijn en ook hele andere dingen willen. Wat voor ons belangrijk is wordt door hen verworpen en wat zij heilig vinden wordt door ons als achterlijk bestempeld.
3. Zelfstandige culturen bestaan niet, alles is hybride.
Hoewel wereldculturen met name de afgelopen 500 jaar invloed op elkaar hebben uitgeoefend kunnen zij nog wel degelijk als zelfstandige entiteiten onderscheiden worden. Europa en China hebben nog altijd niet dezelfde mix van culturele elementen. En het feit dat wij tatoeages hebben overgenomen en exotischer eten wil niet zeggen dat onze westerse cultuur fundamenteel is veranderd. Het misverstand ontstaat doordat alle cultuurelementen (groot en klein, belangrijk en onbelangrijk) op één hoop worden gegooid en even belangrijk worden geacht. Wie echter kijkt naar de fundamentele onderscheidende kenmerken van culturen zal zien dat culturen nog wel degelijk bestaan. (Zie ook het artikel Cultuurtheorie).
4. Meedoen in het wereldsysteem levert altijd economisch voordeel op.
De globale economie is een spel en bij elk spel heb je winnaars en verliezers. Dat iedereen wint is onmogelijk. Als één land wint doordat het de loonkosten laag houdt, milieu- en arboregels afschaft en aan bedrijven nauwelijks belasting vraagt zal het buurland, dat deze maatregelen niet neemt, verliezen. En ook binnen dat land zijn er winnaars en verliezers: de toenemende welvaart komt vooral terecht bij een elite terwijl het gros van de werknemers door afnemende koopkracht en slechtere arbeidsomstandigheden erop achteruit gaat. De theorie dat welvaart naar beneden “doordruppelt” en uiteindelijk ook de onderklasse bereikt, blijkt niet te kloppen.
5. Het neoliberalisme heeft sinds 1980 wereldwijd gezorgd voor hogere groei.
De economische groeicijfers waren in de periode 1945-1980, de periode van keynesiaanse economie met een sterke rol van de overheid, hoger dan in de periode na 1980, het tijdperk van het neoliberalisme. Dit geldt voor zowel arme als rijke landen. En binnen landen, zowel arm als rijk, zijn de inkomensverschillen tussen het rijkste en het armste deel sinds 1980 sterk toegenomen.
6. Landen die kiezen voor globalisering en neoliberalisme doen het beter dan andere landen.
De grootste groeiers zijn momenteel India en China (met groeicijfers van zo’n 10% per jaar), landen die niet bepaald de neoliberale recepten volgen en waarbij de overheid een sterke greep heeft op de economie. Als we binnen de groep ontwikkelingslanden kijken naar sociale indicatoren (zoals gemiddelde leeftijd, kindersterfte en het niveau van de gezondheidszorg) dan komen Cuba en Vietnam er goed uit, landen die buiten het wereldsysteem staan.
7. Globalisering zorgt voor meer culturele diversiteit.
De redenering is dat individuen door globalisering meer keuzevrijheid krijgen doordat ze naast de traditionele producten van de eigen cultuur ook de beschikking krijgen over geïmporteerde producten uit andere culturen. In werkelijkheid vindt meestal verdringing plaats van de locale cultuur door de geïmporteerde westerse cultuur. Kleding, muziek, films en TV-programma’s worden in zo’n land in toenemende mate westers. Steden over de hele wereld beginnen er uniform uit te zien met dezelfde architectuur, dezelfde winkel- en horecaketens en dezelfde producten.
8. De toekomst is aan wereldburgers en het kosmopolitisme.
De wereldburger bestaat alleen in het hoofd van degene die zich zo noemt. Er bestaat geen overkoepelende mondiale cultuur. De grootste culturele eenheden zijn wereldculturen als de westerse en de islamitische, daarboven bevindt zich niets. Mensen behoren altijd tot een bepaalde wereldcultuur. Kosmopolieten zijn, ongeacht hun herkomst of etniciteit, gewoon westerlingen die van de westerse cultuur de dominante wereldcultuur willen maken. Het is een elite die de hele wereld overvliegt, Engels spreekt, in westerse hotels verblijft, zich westers kleedt, westerse omgangsvormen heeft en voornamelijk westerse cultuurproducten consumeert.
9. Globalisering is een natuurverschijnsel dat niet te stoppen is.
Mensen die belang hebben bij een bepaalde ontwikkeling zullen die altijd als een onvermijdbaar natuurproces kwalificeren dat onomkeerbaar is. Maar samenleving, economie en cultuur zijn maakwerk dat door menselijke keuzes tot stand komt. En dat betekent dat er ook andere keuzes gemaakt kunnen worden. De wereld kan ook functioneren zonder globalisering, in kleinere economische en culturele eenheden dan een mondiaal systeem. Tot het jaar 1500 heeft de wereld zo gefunctioneerd, en dat ging prima.
10. Verzet tegen globalisering is bekrompen, provincialistisch en “rechts”.
Afwijzen van globalisering betekent niet het opsluiten binnen de enge landsgrenzen.
Een economische en culturele organisatie binnen de territoria van wereldculturen is niet bekrompen en provincialistisch. Wereldculturen omvatten vaak een heel continent of een flink deel ervan, bestaan vaak uit tientallen landen en hebben minimaal honderden miljoenen mensen, en in veel gevallen meer dan een miljard.
En het verzet tegen globalisering loopt dwars door alle politieke scheidslijnen heen, van extreem links tot extreem rechts. De meest prominente antiglobalisten zijn doorgaans links georiënteerd.